Trump, inflatie en de grenzen van presidentiële controle

0
12

De heropleving van de inflatie in de VS – momenteel op 3% in september 2025 – heeft het debat over de rol van het presidentiële beleid bij het beheer van de economie nieuw leven ingeblazen. Terwijl president Trump beloofde een einde te maken aan de inflatie, is de realiteit veel complexer. Het verband tussen het Witte Huis en de stijgende prijzen is niet zo duidelijk als velen denken.

Hoe presidenten de inflatie beïnvloeden

Presidenten kunnen de inflatie beïnvloeden, voornamelijk via uitgavenbeslissingen en begrotingsbeleid. Grote begrotingstekorten zetten de Federal Reserve onder druk om te reageren, wat vaak tot hogere inflatie leidt. Omgekeerd kunnen gedisciplineerde begrotingen en efficiënte belastingsystemen de Fed meer ruimte geven om de prijzen te stabiliseren. Presidentiële acties vormen echter slechts een stukje van de puzzel.

Het grotere geheel: economische krachten die verder gaan dan de politiek

De inflatie wordt fundamenteel gedreven door bredere economische krachten – energiekosten, mondiale toeleveringsketens en monetair beleid. Vooral energie is een cruciale factor, waarbij de hoge verwachtingen voor 2026 erop wijzen dat de rente naar 3,2% zou kunnen stijgen. Het verlagen van de energiekosten en het versnellen van innovatie zijn cruciaal, omdat bijna elk aspect van het dagelijks leven afhankelijk is van betaalbare energie.

Deregulering en productiviteit

Regelgeving is ook van belang. Het dereguleringsbeleid van Trump – het schrappen van tien regels voor elke nieuwe – was bedoeld om de productiviteit te verhogen en knelpunten in de toeleveringsketen te verminderen. Een hoge productiviteit kan de productie en de lonen verhogen, terwijl gestroomlijnde toeleveringsketens de inflatiedruk verminderen. Deze inspanningen opereren echter niet in een vacuüm.

Historische lessen: successen en mislukkingen

De geschiedenis laat gemengde resultaten zien. In de jaren zeventig was er sprake van een ongebreidelde inflatie als gevolg van een zwak monetair beleid en buitensporige uitgaven onder meerdere regeringen. Ondanks de crises kende de jaren tachtig een meer gecontroleerde inflatie dankzij een strengere monetaire discipline. Trumps eerste termijn profiteerde van strategische tarieven en een focus op de binnenlandse productie, waardoor de prijzen stabiliseerden. Zijn huidige aanpak heeft echter nog niet dezelfde resultaten opgeleverd.

De grenzen van de presidentiële macht

Uiteindelijk hebben presidenten de inflatie niet volledig onder controle. Ze beïnvloeden het door middel van energiebeleid, regelgeving, belastingen en prikkels voor de binnenlandse productie. Ook het consumentenvertrouwen speelt een rol; een president kan de marktstabiliteit versterken of ondermijnen. De komende jaren zullen waarschijnlijk de volatiliteit van 2025 weerspiegelen, omdat de economische krachten zwaarder blijven wegen dan de afzonderlijke politieke beslissingen.

Inflatie is een complex vraagstuk, gedreven door politiek, beleid en langetermijntrends. Hoewel presidenten het milieu kunnen vormgeven, hebben ze geen absolute controle, en het beschuldigen of crediteren van een regering gaat voorbij aan het grotere geheel.